Maak de thuisomgeving veiliger (vermijd gedragsveranderingen)

Johan De Schepper

Referentiepersoon dementie
Staff member
Organisatie
A.S.L. TO3
Inhoudsopgave
  1. Binnen
Trefwoorden
  1. Privé-instelling
Weet je?

Een veilige omgeving kan de kwaliteit van leven van mensen met dementie verbeteren!
Als u een persoon bent die leeft met dementie, kan een veilige omgeving uw welzijn verbeteren. De ongepaste inrichting van het huis kan gedrags- en emotionele veranderingen veroorzaken, zoals hallucinaties of wanen.

Zorg ervoor dat uw huis goed beveiligd is en voer maatregelen en veranderingen door om het veiliger te maken. Aangezien u hallucinaties en wanen kunt krijgen, kunt u spiegels, schilderijen, donkere hoeken, beeldjes of ornamenten met de vorm van dieren het beste vermijden Wanneer zich hallucinaties en wanen voordoen, wees dan voorzichtig! Beoordeel eerst de situatie en reageer met passende maatregelen.
1664188248159.pngEn Jij, hoe maak jij je thuisomgeving veiliger?

MEER WETEN?
Weet je?

Een veilige omgeving kan de kwaliteit van leven van mensen met dementie verbeteren!
Maak de thuisomgeving veiliger
Een veilige omgeving kan het welzijn van iemand met dementie verbeteren. De omgeving is essentieel bij het bepalen van de symptomatologie van iemand met dementie. De inrichting van de woning kan gedrags- en gevoelsmatige veranderingen teweegbrengen, zoals hallucinaties of wanen. De behandeling van gedragsveranderingen begint met het aanpakken van mogelijke bijdragende factoren en het streven naar specifieke gedrags- en omgevingsveranderingen (1).

Zorg ervoor dat uw huis beschermd is en voer een aantal maatregelen en veranderingen door om het veiliger te maken.

Wat zijn gedragsveranderingen?
Dementie wordt niet alleen gekenmerkt door cognitieve symptomen, maar ook door gedragsveranderingen, waaronder hallucinaties en wanen.
De geschatte prevalentie van wanen bij dementie varieert van 9% tot 59%, die van hallucinaties van 6% tot 41%. De incidentie van deze symptomen was twee- tot driemaal hoger bij matige tot ernstige cognitieve stoornissen dan bij lichte stoornissen (1).
Hallucinaties zijn valse percepties van objecten of gebeurtenissen waarbij de zintuigen betrokken zijn (2). Een persoon met dementie kan bijvoorbeeld praten met mensen die er niet zijn, objecten of mensen zien die er niet zijn, dingen proeven of ruiken die niet aanwezig zijn (1).
Waanideeën zijn misvattingen en overtuigingen die niet overeenkomen met de realiteit, niet met anderen worden gedeeld en blijven bestaan ondanks bewijs van het tegendeel.
Een persoon kan bijvoorbeeld geloven dat ze in gevaar zijn, geloven dat zorgverleners bedriegers zijn, geloven dat zorgverleners hen in de steek zullen laten. Het is erg belangrijk om onderscheid te maken tussen wanen die de persoon leed berokkenen en die welke als "comfortverschijnselen" kunnen worden beschouwd. Een studie meldde dat 40% van de wanen niet resulteerde in ongemak voor de patiënt. In feite kunnen sommige wanen, zoals de verbeelding dat iemands overleden echtgenoot nog leeft, de stemming verbeteren en een gevoel van groter welzijn opwekken.
1664191926349.png
Hoe het huis veiliger maken?
Spiegels, donkere hoeken, silhouetten of beeldjes in de vorm van dieren, en schilderijen (3) zijn enkele voorbeelden van voorwerpen die veranderingen kunnen teweegbrengen. Om deze veranderingen te voorkomen, kunnen zorgverleners de omgeving aanpassen:
  • Controleer op geluiden die verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden, zoals lawaai van een televisie of een airconditioner;
  • Let op verlichting die schaduwen, reflecties of vervormingen op het oppervlak van vloeren, muren en meubilair werpt. Doe lichten aan om schaduw te verminderen!
  • Bedek de spiegels met een doek of verwijder ze als de persoon met dementie denkt dat hij naar een vreemde kijkt..
Deze eenvoudige acties kunnen het risico voorkomen dat je dingen ziet die niet bestaan.

Hoe ga je om met hallucinaties of waanideeën?

Wanneer hallucinaties en waanideeën optreden, wees dan voorzichtig! Beoordeel eerst de situatie en reageer met de volgende acties:
  • Bied geruststelling (reageer op een kalme en ondersteunende manier; erken de gevoelens achter de hallucinatie en probeer te achterhalen wat de hallucinatie voor de persoon betekent).
  • Gebruik afleiding (stel een wandeling voor of ga naar een andere kamer; probeer de aandacht van de persoon te richten op muziek, een gesprek of activiteiten die jullie samen leuk vinden)
  • Reageer eerlijk (als de persoon je vraagt naar een hallucinatie of waanvoorstelling, wees dan eerlijk) (2)

1664191948962.png

En jij? Hoe maak jij de thuisomgeving veiliger?





Verwijzingen

  1. Deardorff, W. J., & Grossberg, G. T. (2019). Behavioral and psychological symptoms in Alzheimer's dementia and vascular dementia. Handbook of clinical neurology, 165, 5–32.
  2. https://www.alz.org/help-support/caregiving/stages-behaviors/hallucinations
  3. http://www.alzheimer.it/alluc.html
 
Top